Grenspalen in Zwolle

Een vergeten grenspaal

Bij het ziekenhuis de Weezenlanden in Zwolle ligt aan de stadsgracht een parkeerterrein. Niet ver van de trottoirrand staat een oude boom. Al enkele jaren is aan de voet daarvan, in de beschermende betonring, een bolvormig stuk steen te zien. Steeds als ik er langs kwam bekroop mij het gevoel dat het stuk steen een bepaalde betekenis moet hebben en werd ik alleen maar nieuwsgieriger. Door wat grond er omheen weg te halen kwam er meer zicht op het vreemde gesteente. Het bleek de kop te zijn van een massieve stenen paal. Mijn gedachten gingen uit naar een grenspaal die met de aanleg/ophoging van de kade door aarde was bedekt, maar door de werking van de grond (verkeer) langzaam in het zicht is gekomen. Of de er naast staande boom gepland was als extra markering?


Zicht vanaf de B-vleugel van het ziekenhuis. Links van het verkeersbord heeft eeuwenlang een eikenboom gestaan die in omvang groter was dan de boom die u op de achtergrond ziet.


Op de achtergrond de B-vleugel en rechts de zogenaamde “Puist” (van het oude ziekenhuis) die ondertussen gesloopt is.



De vraag is waarom vinden we een grenspaal bij het ziekenhuis? En hoe oud is de grenspaal? We weten dat de paal aanwezig is op de grond van de vroegere Marke Middelwijck en Assendorp. De oplossing kan het markeboek misschien geven. De gegevens uit dat boek zijn vanaf 1450 overgeleverd en bevatten vroegere vastgelegde zogenaamde “marktcedules”. Van de eerste bladzijden geef ik een korte samenvatting weer en enkele zinsneden daaruit. Juist deze zijn belangrijk.

Volgens het “Merckeboek van Middelwijck ende Assenderp” komen éénmaal per jaar de erffgenaemen (eigenaren van de grond) samen in de Assenpoerte (voorloper van de Sassenpoort?) of in Belheem. Wat nog over is van het vroegere Belheem is de Bethlehemkerk en het Reventer (Reefter of Refter). Het eigenlijke klooster lag op de plaats waar nu het postkantoor staat. Men heeft niet altijd vergaderd in de Belheemshof. Eeuwen later vergadert men op andere plaatsen zoals het stadswijnhuis. Op die vergadering worden door de erffgenaemen een bestuur gekozen; de geswaerenen. Deze hebben opdracht om de marke te schouwen.
In het Markeboek is te lezen wat geschouwd moet worden. Men placht een bepaalde route te volgen. Volgens mij is dit de route langs de grens van de marke. Behalve dat men wegen, dijken etc. schouwde waren de grenzen van de marke belangrijk. In de geschiedenis van de marken is het aantal grensgeschillen talrijk. (Niet alleen in Zwolle!) Men verplaatste regelmatig grensstenen of palen. Een controle was noodzakelijk. Men liep geen grensroute beweerde een criticus. Liep men dan dwars door de marke? Dat zou betekenen dat de marke Middelwijk en Assendorp een gigantisch gebied besloeg als ze door het midden liepen.

In de Marke Zwolle lagen oorspronkelijk drie buurschappen. Zwolle, Middelwijck en Assendorp. Opmerkelijk is de aanhef van het markeboek; “Dit is die merckenscele ende wilkoer (waarin de rechtsregels zijn opgenomen) van Zwolremercke, genant toe Middelwijck ende Assenderp, van den gemienen erffgenaemen gemaeckt”. Het woord toe kan verschillende betekenissen hebben. Ondermeer kan het betekenen “eveneens”. Zwolremercke (de marke Zwolle) zou dan de oude naam van de marke Middelwijk en Assendorp zijn! De villa (buurschap) Zwolle, die er oorspronkelijk deel van uitmaakte, werd een stad en daarmee afgescheiden van de marke. Wat over bleef was de marke Middelwijck en Assendorp. Dus; eerst waren drie buurschappen verenigd in de Zwolremercke. Na de toekenning van stadsrechten aan de buurschap Zwolle gingen Middelwijck en Assendorp verder als één marke. In de loop van de tijd zien we ook de naam Middelwijck verdwijnen, mede doordat een deel van de buurschap Middelwijck door de stad geannexeerd werd en binnen de muren werd opgenomen.

De te lopen route wordt als volgt weergegeven: “Desse voirscreven schouwe plach van oeldes te wesen: van Paeghen ricke aff, dat nuu Evertsen toebehoirt, daer men nae Ittersum gaet, bijlangs de Marssch nae Assenderps huys, aver dat dijxken, bij den Brinck, nae Belheemshoff, verbij den hoff toe Middelwijck, daer Clocken volck op woent, an ende doer nuu die stadt Zwolle, dat doe buyten die stadt was ende zeer die tijt angetymmert is. Toe verstaan:doer die Koestrate, aver den Blijmerckt ende Voersterstraete (Kamperstraat), voert doer Voersterpoerte” etc. Waarschijnlijk heeft Brinck hier niet de betekenis van een Drentse Brink maar zijn het een aantal percelen grasland langs de Assendorperdijk, zoals die op een kaart van 1632 vermeld worden. Over Koestrate schrijft Arent toe Boecop “dat de kloosterlingen hun koeweiden bij het Maetklooster hadden liggen. De weg die daar heen liep heette de Coestrate”. Het Maetklooster is bij een latere uitleg van de verdedigingswerken afgebroken en lag op een plek waar nu de huidige stadsgracht ligt bij de Stationsweg. Of de huidige Bloemendalstraat vroeger ook Koestraat heette? Moeilijk te zeggen maar het kan zijn.

De oudste kaart van Zwolle is die van Jacobus van Deventer. In het album staat boven de kaart van Vlissingen vrij vertaald: Deze kaarten zijn getekend voor keizer Karel V in Zianores, 1545. Het is opvallend hoe nauwkeurig ze zijn getekend. Dit bleek toen ik de kaart en een luchtfoto van Google Earth op dezelfde schaal gebracht had en er een compositie van gemaakt had.


Compositiekaart:
Kaart van Jacob van Deventer met daarop geprojecteerd de gegevens vanaf Google Earth.

A = Assendorperstraat.
Aa = Het water “De Aa”.
B = Buschklooster.
H = Gebouw op het “Bastion Suikerberg”.
M = Klooster “Op de Maet”.
N = Van Nagellstraat.
S = Sassenpoort.
T = Tuinstraat.
X = Hek van Assendorp/Middelwijck.
Z = “Ziekenhuis De Weezenlanden”.
O = Stip. Waar de grenspaal is gevonden.
Gestippelde = De vermoedelijke schouwroute.

Oostelijk van de stad, tussen de Aa (Aa) en de Sassenpoort (S), zien we een aantal wegen en huizen. Voor de (voorste) Sassenpoort komen de wegen Van Karnebeekstraat, V/d Laenstraat (V), Assendorperstraat (A) en Blekerstraat samen. Daar boven ligt, naast het Ziekenhuis de Weezenlanden (Z), een wegenpatroon in de vorm van een B. Bovenin liggen een 2-tal bouwwerken. Boerderijen of de resten van het Buschklooster? (B) Het Buschklooster werd door de stad in 1524 in brand gestoken toen er een belegering op handen was door de Hertog van Gelre. Restanten kunnen nog aanwezig geweest zijn toen de kaart door Jacob getekend werd. Iets daaronder ligt het hek van Assendorp/Middelwijck (X)?

Ik neem nu een klein deel van de route onder de loupe. Vanaf de Brink, het perceel weilanden aan de Assendorperdijk, liep men verder langs de dijk tot aan het kruispunt (verlengde) v.d.Laenstraat en Blekerstraat. Men liep rechtsaf de noordelijke weg in. Over een passage van het hek wordt niet geschreven maar de noordelijke weg richting de Aa kan een nog oudere schouwroute geweest zijn zoals ik al beschreven heb in het hoofdstuk van WW2 (“Kamperpoort”). Voor het hek, waar de stip is ingetekend en waar de grenspaal gevonden werd, liep men over de wat hoger gelegen zandrug recht naar het Belheemshof. Dit moet gebeurd zijn toen er nog geen brede gracht aangelegd was. Over welke periode praten we dan? Het Belheemshof is de voorloper van het Bethlehemklooster dat omstreeks 1309 werd gesticht.

Op de weg er na toe is later het St. Geertruidsklooster gebouwd. Deze werd gesticht omstreeks 1443. Een restant is de huidige Waalse kerk. Waarschijnlijk is er daarna een andere route gekomen.
Het markeboek vermeldt nog: “Mer doer bede ende begheerte der stadt Zwolle is die schouw, doer die stadt ende aver die voirscreven stienstraete, den erffgenaemen affgenaemen”. Zwolle heeft blijkbaar een deel van de marke Middelwijck en Assendorp geannexeerd. Dit blijkt ook uit een alinea aan het begin van het markeboek: “Die heren van Belheem synnen gefundiert ende hebben oer clooster getymmert op oer eyghen gront toe Middelwijck ende Assenderp, ‘t welkcke oeck een principaell deel is van oer ffundatie”. Deze zinsnede wordt ook genoemd door Van Hattum die verwijst naar de kroniekschrijver Picard. De Sassenpoort zal een voorganger gehad hebben maar waar die precies stond? Werd de nieuwe Sassenpoort op dezelfde plaats opgetrokken of stond ze ergens anders? Volgens een Latijns opschrift op de poort zou ze op dezelfde plaats weer opgebouwd zijn (Geschiedschrijver Van Hattum) en dateren van 1408 of 1436. De tekst is niet duidelijk. Zou de oorspronkelijke “Zassingpoerte(n)” (spelling 1399) in het verlengde van de middelste weg van de B gelegen hebben? Dan heeft men deze route, theoretisch vanaf 1230, bijna tweehonderd jaar gelopen kunnen hebben. Na het gereedkomen van de muren, grachten en nieuwe poorten moest men omlopen. De aanleg van bastions en de nieuw aangelegde grachten, begin 17e eeuw, slokten bijna het hele B patroon op.

De grenspaal ligt op het kruispunt van de middelste weg van het B patroon en geeft blijkbaar een stukje noordelijke begrenzing aan met de vroegere gronden van de meente of met het Buschlooster. De laatste is sinds de reformatie in handen gekomen van de gemeente Zwolle. Kunnen we deze grenspaal beschouwen als een eindpunt van de route toen de oude weg verdwenen was en men moest omlopen? Of was het van oudsher een grensaanduiding tussen de Marke Middelwijck en Assendorp? Of is het pas later, toen de stad de bastions aan heeft gelegd en Middelwijck verdwenen was de grens tussen de stad en Assendorp geweest?

De compositiekaart laat nog een paar bijzondere dingen zien. Als de twee panden boven in de B de ruines van het Buschklooster vormen dan zijn ze afgegraven ter plaatse van de nieuwe gracht. En over toevalligheden gesproken; het hek van Middelwijk ligt bijna op dezelfde plaats als de slagboom van het ziekenhuis!
Verder zien we op de compositiekaart nog de wegen die waarschijnlijk als de Van Nagellstraat (N) gezien moet worden en de Tuinstraat. (T) Bij (M) heeft Van Deventer het “Op de Maet” klooster ingetekend dat (gedeeltelijk?) verdwenen moet zijn tijdens de aanleg van de gracht. Als laatste wil ik nog (H) vermelden. Dit is een gebouw dat in de vorige eeuw gedeeltelijk afgebroken is en waar nog restanten van aanwezig zijn op het Bastion dat nu “De Suikerberg” genoemd is.

Het zou de moeite waard zijn de door mij ontdekte grenspaal weer naar boven te halen, maar technisch zal dit wel niet mogelijk zijn zonder de boom te beschadigen. Meestal worden de grenspalen door gemeentewerkers uit de grond gehaald en afgevoerd en zie je ze nooit meer terug. Daarom is het belangrijk dat ze vroegtijdig ontdekt worden en dat ze een plekje krijgen op een plaats waar ze weer in het zicht komen. Per slot zijn het historische monumenten.

Met dank aan Herman Kamphuis voor de aanvullende informatie.

Dit geschreven in de herfst van 1994 maar niet eerder gepubliceerd.
Egbert Dikken.


LEES OOK: Er zijn meerdere grenspalen door mij in Zwolle gevonden (aanvulling van 2008).