De klok horen luiden?

In collecties van particulieren zijn vaak voorwerpen te vinden die van cultureel of historisch belang zijn. Niet altijd zijn ze bij het grote publiek bekend. Aan één van die voorwerpen wijd ik onderstaand artikel.

Aan het eind van de 80er jaren van de vorige eeuw werd ik gebeld door mijn oud tekenleraar Dhr. (Mike) Jansen. Hij had meerdere malen in de Zwolsche Courant mijn naam gelezen m.b.t. de archeologische vondsten die ik gedaan had in Zwolle en zijn omgeving en wilde weten hoe het mij vergaan was na de schooltijd. Of ik niet eens bij hem op bezoek wilde komen. Een afspraak gemaakt en samen met Netty, mijn vrouw, een bezoek gebracht aan de Nieuwe Deventerweg 146 te Zwolle. Toen we bij hem thuis kwamen waren we meteen op ons gemak want zijn interieur was precies naar onze smaak. Vele oudheden waren geïntegreerd in zijn woonkamer. Wat ons opviel, in een hoek van de kamer, was een gesmeed ijzeren windvaan met een ophangsysteem (Klokgalg?) waarin een prachtige bronzen klok te zien was.
Mike vertelde dat de voorwerpen afkomstig waren van een pand uit de buurt dat vroeger in het bezit was geweest van de bekende Zwolse familie Van Ittersum. Ik ben later terug gegaan om de foto’s te maken die in dit artikel te zien zijn. Jammer genoeg ben ik toen niet veel wijzer geworden waar de klok precies vandaan was gekomen en kort na dat bezoek is Mike Jansen overleden. Wel heb ik zijn zoon, die woonde in het plaatsje De Wijk (bij Meppel), een brief geschreven en hem gevraagd wat er met de klok ging gebeuren en of hij nog verdere informatie had. Jammer genoeg heb ik geen antwoord op mijn vragen mogen ontvangen.

Huis Ittersum

Op de vraag of de klok soms afkomstig was van het oude “Huis Ittersum”, dat op de plaats zou hebben gestaan waar in 1849 het verzorgingshuis Al(l)egonda werd ge(ver)bouwd en waar veel later de Koninklijke Stevin BV zijn kantoor had, heb ik van Mike geen antwoord gekregen. De plek die ik hier aanhaal ligt namelijk schuin tegenover de woning van Mike. Of er ooit een klok aanwezig is geweest op het oorspronkelijke “Huis Ittersum”? Nader onderzoek moet dat nog uitwijzen. De klok kan natuurlijk ook veel later op of in het huis geplaatst zijn. Misschien is het afkomstig van een ander huis, kapel, kerk, kerkhof of klooster waar de Van Ittersums eigenaar van waren (geweest) of belangen in hadden?
Waar vroeger de buurschap Ittersum heeft gelegen staat tegenwoordig een moderne buitenwijk van Zwolle, die de naam Ittersum (Zwolle-Zuid) draagt. De gemeente Zwollerkerspel, waar de buurschap Ittersum toe behoorde is al lang opgegaan in de gemeente Zwolle. In het begin van de twintigste eeuw bestond Ittersum uit twee landgoederen, wat huizen, een paar boerderijen en een school. De landgoederen zijn de naast elkaar gelegen goederen Berkhoeven en Ittersum. Huize Ittersum is tegenwoordig het kantoor van KWS Koninklijke Stevin BV. Het ligt ongeveer drie kilometer van het centrum van Zwolle langs de weg naar Wijhe, Olst en Deventer.
De naam Ittersum wordt al in 1207 genoemd. De Bisschop van Utrecht schenkt in dat jaar de novale tienden in “Withmen en Ittersen” aan het kapittel van Deventer, onder beding “dat op hoogtijdagen grotere kaarsen dan tot nu toe gebruikelijk in het koor gebrand zullen worden”. Van een landgoed Ittersum is al in 1374 sprake.
Mike is ook betrokken geweest bij het verzet in de oorlog van 1940-45. Even brainstormen: als die klok toen in het gebouw aanwezig was en het verzet niet wilde dat brons in handen van de Duitsers zou vallen, is het dan mogelijk dat de klok uit het gebouw gehaald is en bij Mike terecht is gekomen? Ik weet dat dit een gevaarlijke gedachte is maar gezien Mike zijn reactie op mijn vraag en dat ik nadien van zijn zoon niets meer mocht vernemen speelt me dit wel door het hoofd. Is er bij iemand bekend of in dat gebouw de klok aanwezig is geweest?

Gegevens over de bronzen klok

De klok is 31 cm hoog en de grootste doorsnede bij de slagrand is 24 cm. Op de linker foto is de nog aanwezige klepel of tong te zien.


Aan de bovenzijde (foto in midden), waar de beugel of kroonarm zit, zijn beschadigingen te zien. Gedeeltelijk zijn de kroonarmen, die kruislings aanwezig geweest moeten zijn, afgezaagd? Wanneer en waarom? Op de afbeelding van de bovenzijde zijn gedeelten van een 6-puntige ster waar te nemen. Deze heb ik gemerkt met een X. De ster heeft als betekenis: “Moeders God”. Bij de pijl verwijs ik naar een bewerking bovenop de schouder van de bel. Waarschijnlijk betreft het hier een klokkenmakermerk of een religieuze afbeelding. Of het het wapen van de Van Ittersums is? Dat wapen bestond namelijk vanaf 12 juni 1384 uit twee figuren met daartussen een schild met daarop drie ezelskoppen (zie onderaan dit artikel). Jammer genoeg heb ik de bewerking pas later op de foto ontdekt en niet meer de mogelijkheid gehad om dat beter te bekijken of te fotograferen. Met een vergrootglas de foto bekeken en volgens mij zou het wel het wapen van de Van Ittersums kunnen zijn en anders Maria met kind?
Op de rechter foto is te zien dat er ook een grote beschadiging aanwezig is op de slagrand. Ik heb mijn gedachten over de aangehaalde beschadigingen en daar kom ik straks op terug.
In de “letterrand of schriftstreep” staan Gotische (Fractur?) letters van ± 3 cm hoog. Ik heb deze letters zo goed mogelijk getekend en hieronder afgebeeld.

Uit de tekst blijkt dat het gaat om: JESUS MARIA ANNO D(O)M(IN)I M CCCC L XI (1461) Domini betekent “In het jaar des Heren”. De totale tekst duidt er op dat het om een zogenaamde Mariaklok gaat.
De klok heeft een” fries of sierband” die bestaat uit eenvoudige lelies. Een vroege voorloper van de later zo bekende “fleur de lis”? De lelie was het symbool voor St. Augustinus die leefde van 13 november 354 –28 augustus 430. Hij was o.a. Bisschop van Hippo. Augustinus wordt als heilige vereerd door de Rooms-Katholieke Kerk en is de beschermheilige van onder andere brouwers, drukkers, theologen en van een aantal steden en bisdommen. Van Augustinus zou de uitspraak zijn "Goed zingen is dubbel bidden", waarschijnlijk is deze uitspraak aan hem toegeschreven gezien zijn bepaalde opvattingen maar kenners bevestigden dat nergens in zijn citaten de uitspraak is terug te vinden!

Enkele gegevens over een Mariaklok van rond die tijd

Oude Middeleeuwse benamingen voor een klok: campana, nola, signum, clocca, musa, cymbalum en tintinnabulum. Klokkenspijs is een naam voor brons dat voor het gieten van klokken gebruikt word en dat brons bestaat uit 78 delen rood koper en 22 delen tin. Klokken kregen allerlei namen en werden gebruikt om de mensen er op te attenderen dat er iets ging gebeuren. Van terechtstellingen tot en met het bidden. De klokken waren van verschillende grootte en brachten dan ook verschillende klanken voort. Het aangeven van een bepaald uur van de dag ging vaak gepaard met een klein geluid vooraf zodat de mensen opmerkzaam werden en de uren konden tellen. Menig kerk, kapel of klooster bezat meerdere klokken voor de verschillende doeleinden. In een redelijke stad zullen er dan ook verscheidene geweest zijn. De meeste klokken werden gewijd. Pas na de wijding mochten ze bewonderd worden! De wijding vond plaats vóór een eredienst.
Ik kom even terug op de Heilige Augustinus: In het boek “WINDESHEIM”, is op blz. 29 o.a. te lezen dat op 17 oktober 1387 de Utrechtse wijbisschop Hubertus Schenck naar Windesheim komt en daar het hoofdaltaar en de kerk wijdde ter ere van de H. Maagd en St. Augustinus, en stelde het klooster onder de bescherming van de maagd Maria. Het Klooster Windesheim viel onder de regels van St. Augustinus. Door de grote toeloop van kloosterlingen moest het klooster regelmatig uitbreiden. Tijdens zo’n uitbreiding, op 26 juni 1443, wordt o.a. een Mariaklok ingewijd. Niet altijd zijn in het verleden gegevens vermeld over het bestellen of afleveren van klokken als er een uitbreiding was van een kerk of als er ergens een kapel in een stad werd gebouwd en er een klok in werd opgehangen. Daarom is moeilijk aan te geven waar een klok oorspronkelijk gehangen heeft.
In Denekamp werd de benaming “Kleineklok-Middagklok en Mariaklok gebezigd. Den Oever (NH) heeft in de Ned. Herv. Kerk een Jhesus Mariaklok uit 1503 hangen. In het plaatsje Beesel zou een Mariaklok aanwezig zijn uit 1442. De klok heet Jhesus Maria en gegoten door Johan Clockgeter. Tijdens de beschietingen en de daarop volgende brand in de Grote Kerk in mei 1940, waren de drie klokken naar beneden gevallen. De klokken waren zwaar beschadigd en deels versmolten en werden in 1942 overgebracht naar de “koper-en metaalgieterij en machinefabriek Concordia” te Midwolde van de firma Gebr. Van Bergen, om overgegoten te worden. De klokken heeft men nooit opnieuw gegoten maar zouden in 1943 in de smeltkroes gekomen zijn waarna er oorlogstuig van werd gemaakt. Een van die drie klokken was een Mariaklok waar dezelfde tekst opstond als van die ik hier bespreek. Namelijk: “Jesus Maria Domini MCCCCLXI (1461) Verdere gegevens zijn mij van die klok niet bekend.
In de SintRomboutstoren van Mechelen hangt nog een Mariaklok die in 1498 gegoten werd en dienst deed als “dievenklok”. Ze luidde bij terechtstelling tot het vonnis voltrokken was. De klok had maar liefst een doorsnede van 1,61 meter! Het klokkenspel te Zwolle (1443?). Jesus Maria 1404, St Maarten 1414, De Poortklok 1462. Bij de Brandklok van gieter Wolter Westerhues Muster 1450-1500 zijn de letters 2,9 cm hoog. De letters van de door mij beschreven klok zijn ± 3,2 cm hoog.

De beschadigingen

Heeft de beschadiging op de slagrand van de klok te maken met slijtage? Het lijkt wel of er eerst geprobeerd is om iets er af te hakken gezien de diepere beschadiging in het vlakke gedeelte. Zou er misschien op die plaats een merkteken van de gieter of een afbeelding van een religieus persoon gezeten hebben?
In de late Middeleeuwen werden versieringen, zo is uit onderzoek gebleken, op de flank of in de tekstrand van de klok aangebracht. Men deed dit met was of met pelgrimsinsignes. Vóór het gietproces maakte de gieter met bijvoorbeeld een wasdraad een monogram op de klokmal. Een pelgrimsinsigne was in die tijd een geliefd object en betond uit een legering van lood en tin. Deze werd dan op de klokmal geplakt en tijdens het gietproces smolten de opgebrachte materialen zodat er een religieus teken, familiewapen of bedevaartsvoorstelling overbleef.
In bepaalde gebieden in Duitsland , voornamelijk langs de Beneden-Rijn, in Hessen, Thüringen en Brandenburg, zijn vooral in de vijftiende eeuw veel insignes op klokken meegegoten. Het lijkt er op dat deze bijzondere vorm van versiering, hoewel in mindere mate, ook op klokken in de Lage Landen werd aangebracht. In Duitsland veronderstelt men dat gieters in de vijftiende en het begin van de zestiende eeuw in het algemeen technisch niet in staat waren fraaie decoratieve friezen op hun klokken aan te brengen. Dat zou een reden kunnen zijn waarom zij het goedkope, gemakkelijk te gebruiken loodtinnen materiaal meegoten. Ook bij de ophangkroon zien we dat er armen afgehaald zijn. Bekend is dat op die kroonarmen soms kopjes werden aangebracht. Omdat ik alleen als verklaring voor de verwijdering van de eventuele versiering aan kan voeren dat dit tijdens de Reformatie zou kunnen hebben plaatsgevonden, moet u het hier maar mee doen.


Mariamonogram gevormd uit wasdraad. Datering klok 1395; Herv. Kerk, Foudgum (Fr).

Sierranden op klok gegoten door P. Vermaten in 1698. Herv. Kerk, Akkrum (Fr).

Gezichten op kroonarmen. Gegoten door S. Butendiic in de 15e eeuw. Herv. Kerk, Oosterend (Fr.).

Familiewapen in cartouche op klok gegoten door J. Borchhardt in 1746. Herv. Kerk, Drachten (Fr).

Bron: Brochure van de Monumentenzorg


De familie Van Ittersum

Hiernaast het vroegst bekende familiewapen van de Van Ittersums. Duidelijk zijn de drie ezelskoppen in het schild te zien.
Deze familie is een adellijk geslacht dat is verbonden met de geschiedenis van Overijssel en de stad Zwolle vanaf de 14e eeuw. Voor zover niet uit andere publicaties valt op te maken, kan worden gezegd, dat de familie Van Ittersum tot aan 1795, het einde van het Ancien Régime, een rol heeft gespeeld in de Ridderschap van Overijssel en binnen de stad Zwolle. Dit laatste had aanvankelijk zelfs de meeste zwaarte. In de negentiende en twintigste eeuw is de familie niet meer gebonden aan de territoriale grenzen van Overijssel en vestigt men zich door het gehele land, afhankelijk van baan of functie. Zelfs vestiging elders in Europa wordt langzamerhand gewoner evenals een vertrek naar Nederlands-Indië.
De Van Ittersums waren ook eigenaar van het “Hof van Ittersum” dat gelegen was bij het Bethlehemklooster aan de Sassenstraat in Zwolle. Ten tijde van de besproken klok leefde Johan van Ittersum daar. Hij was o.a. burgemeester van Zwolle en had betrokkenheid bij het Kasteel Werkeren vanaf 1452. Het kasteel werd door hem uitgebreid en hij gebruikte dit als buitenhuis om de epidemische ziekten in de stad te ontlopen. Vooral vanaf de 20er jaren van die eeuw waren die ziektes aan de orde van de dag en veroorzaakten veel sterfte. In 1439 stichtte hij nog de St. Laurenskapel in de Sassenstraat tegenover de Hof van Ittersum. Johan was een machtig en gevestigd man.
In 1464 overleed Johan van Ittersum op 80 jarige leeftijd. Bij zijn overlijden liet hij een enorme erfenis na. Hij bezat vele onroerende goederen. Alleen al in de stad Zwolle bezat hij tenminste zes huizen. Verder had hij grote stukken land in Mastenbroek en erven en landerijen in ondermeer Olderneel, Ittersum, Frankhuis en Herfte. Buiten het schoutambt Zwolle telde men eigendommen in Heino, Gramsbergen, Colmschate, Ruitenveen en Dalfsen. Of de Van Ittersums nog iets te maken hadden met het Klooster Windesheim is mij niet bekend. Wel is bekend dat toen het Klooster Windesheim aan het eind van de 16e eeuw in verval raakte door de hervormingen de bouwmaterialen o.a. naar de stad Zwolle werden afgevoerd. Uitgebreider ingaan of bouwmaterialen hergebruikt werden en waar lijkt mij niet raadzaam in het kader van dit artikel maar ik wil er wel op wijzen dat ook in die tijd een bronzen klok met de tekst; Jesus Maria, natuurlijk een gewild object was. Waarschijnlijk dat Mike Jansen dat ook zo gezien heeft en dankzij hem heb ik dit artikel voor u kunnen maken.

Met dank aan Gert Oostingh en Herman Kamphuis die mij wat aanvullende gegevens bezorgden.

Hieronder de “letterrand of schriftstreep” met de tekst. Op de rand van de klok is de verhoging te zien waar ik het familiewapen van de Van Ittersums vermoed.


TH(J)ESUS

MARIA

ANNO

DMI

Enkele klokkengieters uit die tijd:
Willem van Wou uit Nijmegen: overleden in 1461. In Utrecht was ook een Willem van Wou in die tijd!.
In Zwolle was in 1410 Potcheyter een “Clockengieter”

M

CCCC

L XI


Onderzochte en gebruikte bronnen

Klokken en Torenuurwerken: Voorlichting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg februari 1981
Luidklokken: Klokluiden en Klokkenstoelen; G.W. Tempelmans 1974
De Kamper Klokgieters: C.N. Fehrman 1967
De Utrechtse klokgieters en hun verwanten: C.N. Fehrman;
Geschiedenissen van Overijssel deel XI: Zwolse St Michaelkerk, Hoefer
De klokken van Denekamp en de klokgieter: Wolter Westerhues-W. H. Dingeldein, 1947
Havezate Werkeren: 2005
Cursus Middel Nederlands: Maaike Hogenhout-Mulder 1983
Friesche Klokken-opschriften: A. Meijer 1885
Windesheim: Studies over een Sallands dorp bij de IJssel. IJsselacademie 1987
Havezaten in Salland en hun bewoners: A.J. Gevers en A.J. Mensema, 1997
Uit het Zwols verleden: Geesink

Bibliotheek Zwolle:
Windesheim: zie congregatie van Windesheim en ook Sint Antoniusklooster (Albergen) Acquoy; code studiezaal, 938,1
Maria-afbeeldingen: code studiezaal, 738,1
Klokkengieters: code, 786,7
Kalligrafie: code, 746
Gotische taal code 836
Maria: code, 242,8---227,7
Uitleg letters/cijfers: code, 836,1

http://www.librarything.com/work/9836490
http://test.hops-research.org/all/brabants_heem_1996_L_4_140_149.pdf
http://test.hops-research.org/all/brabants_heem_1996_L_4_140_149.pdf
http://www.wageningen1940-1945.nl/Gebouwen/Grote%20Kerk%20klokken.htm
http://www.archieven.nl/index.php/db?miview=inv2&mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=239&minr=1124759&milang=nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippo
http://www.sintromboutstoren.be/oude_beiaard.php
http://www.kasteleninoverijssel.nl/pages/ittersum.htm
http://www.andrelehr.nl/public/artikel/gilden.pdf