Inhoudsopgave


1986

Zoals ik eerder al aangaf werden vondstmeldingen van mij vanaf april 1985 niet meer rechtstreeks aan R.v.B. doorgegeven maar belde ik gewoon een journalist van de Zwolse Courant zodat die een verslag kon maken wat werd geplaatst. Tot ver in 1987 heb ik dat op die manier gedaan. Bijzonder materiaal, zoals de vondsten van het schervenmateriaal uit de IJzertijd of uit de opgraving op de plek waar de hartchirurgie van het Ziekenhuis de Weezenlanden kwam, werden gemeld bij de provinciale archeoloog Verlinde. Deze moest dan wel komen om het materiaal te beoordelen maar van harte ging dat niet. In die tijd zijn er brieven gezonden naar o.a. de R.O.B. over de werkwijze van R.v.B. maar een reactie kwam daar niet op. In het vervolg van mijn verslaggeving zal ik een enkele keer een krantenbericht laten zien.

In de maand januari nog de laatste vondsten gedaan in de bouwput van de Hartchirurgie van het Ziekenhuis de Weezenlanden. In oktober 1985 was die opgraving begonnen.
Op 3 januari overleed mijn stiefvader in dat ziekenhuis. Tijdens die opgraving had ik dan ook nog andere dingen aan mijn hoofd!
4 februari kwam de prov. archeoloog Verlinde bij mij thuis om de vondsten te bekijken van de opgraving bij het Ziekenhuis. Daarbij waren ook aanwezig Herman Kamphuis en de andere correspondent van de R.O.B., Gert Oostingh. In het gesprek werd alles doorgenomen met betrekking tot de melding van de vondsten en werd Verlinde op de hoogte gebracht van de scheldkanonnade die R.v.B. over Herman Kamphuis en zijn vrouw uitstrooide toen deze aanwezig waren bij een archeologische avond in Deventer. Dat was op 30 januari en R.v.B. schreeuwde met overslaande stem “Maffiapraktijken, het is een A.W.N. put, en die Dikken denkt dat hij historisch wat kan doen en de geschiedenis kan veranderen en weet Verlinde dit”?. Het leek wel of Verlinde dacht dat wij hem iets voorlogen! Verlinde begreep toen en nu nog niet dat R.v.B. zo in elkaar zat maar blijkbaar werd Verlinde volledig door R.v.B. ingepakt. Of was het belangenverstrengeling?

Van Wevelinkhovenstraat | februari



wevelinkhoven
wevelinkhovenwevelinkhoven

Op de achtergrond de Arcadiaflat aan de Hogenkampsweg. Het weiland is nu een dierenweide.

Henri v Dijk bezig om materiaal te verzamelen.

Leidingen werden onder de straat doorgelegd. Op de achtergrond de schuurtjes voor de woonwagens.


Op de kaart van Jacob van Deventer uit 1545 staat ongeveer op de kruising met de huidige Hogenkampsweg-Van Muudenstraat, tegenover de Stilosporthal, een Kapel ingetekend. Deze kapel is volgens de gegevens van het Bisdom Deventer al in de 15e eeuw gesticht. Rond 1590 zou de kapel vernietigd zijn want er is in het Markeboek van Dieze te lezen: “Bij de kinderen en de erfgen van salige Derrik van Angeren is in bewaer het Misse-gewaet en de Clokke van Dieser Capelle. Dan die Kelk van ’t Altaer is niet te vinden”. Samen met Henri van Dijk en Wim Rijnberg hebben wij de werkzaamheden in de gaten gehouden toen er voorbereidingen werden getroffen voor het plaatsen van woonwagens. We hebben geen fundering aangetroffen maar wel materiaal uit de tijd van de Kapel! Een paar grondverstoringen leverden nog kogelpotmateriaal op dat we konden dateren zo rond 1200.

Brinkhoekweg | eind februari

Na het vinden door mij van de eerste IJzertijdscherven in de gemeente Zwolle aan de Middelweg vond ik ook IJzertijdscherven in het weiland, DE KAMP, aan de Brinkhoekweg. Dat er een gedeelte van een oude bedding werd gevonden was mooi meegenomen en verstevigde de mening dat er meer aan de hand is geweest met de waterstromen die Zwolle in vroegere tijden bereikten dan men altijd heeft aangenomen. Tijdens deze opgraving werd ik geholpen door Joop Bredewold en Herman Kamphuis. Op 4 maart de vondstmelding bij Verlinde gedaan en deze heeft de scherven op 11 maart bij mij thuis bekeken en gedateerd als 700-250 voor Chr. Daarna is de pers ingelicht en op 13 maart stond de vondst in de Zwolse Courant.

Schoolstraat | 12-13 maart

In het oude gebied van de Marke Dieze werden in de Schoolstraat panden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw en voor een parkeerplaats. Ik ben daar gaan kijken maar de gemeenteopzichter wilde geen pottenkijkers en zei dat er niets te vinden was!!! Tja, hij zal er wel verstand van hebben of zou hij instructies gehad hebben? In ieder geval is er geen onderzoek geweest op deze belangrijke plek.

Op 15 maart opnieuw in de Boerhaavelaan geweest omdat Wim Rijnberg bij het graven voor een fundering voor zijn garage scherven had gevonden.

OLM-gebouw bij het Sophiaziekenhuis | 21 maart

In juni en juli daar weer eens gaan kijken bij het heien van de palen voor het kantoorgebouw.

Van der Laenstraat

Eind maart in de v. d. Laenstraat met verschillende opgravingen bezig geweest samen met Joop Bredewold.

GOY’T GOY provincie Utrecht | maart

Bij vriend Pim Wittewaall op bezoek geweest en tijdens het rondwandelen op het landgoed Wickenburgh (toen nog in het bezit van zijn vader Jacob maar na zijn overlijden heeft Pim Wickenburgh-oost in zijn bezit gekregen.) kwamen we op een akker die net geploegd was. In de akker was een donkere plek te zien. We vonden daar een Romeinse afvalkuil met daarin o.a. een stuk van een slijp(wet)steen en een 1.5 cm hoge meloenkraal van blauwgroen glas.
Vanaf het eind van de 70er jaren kende ik Pim al en we hebben meerdere malen een schop in de grond gezet op het landgoed. Veel materiaal naar boven gehaald en toen zijn moeder een keer een stuk lood liet zien kon ik haar vertellen dat het om een donderbuskogel (later werden die Haecbuskogels genoemd) ging zoals wij die ook op het Kasteelterrein Voorst gevonden hadden. Rond 1360 is een voorganger van Wickenburgh, het huis Westenstein, verwoest. Tijdens die belegering zal de loden kogel daar gebruikt zijn. De kogel zal dan iets ouder zijn dan de kogels die gebruikt zijn tijdens de verwoesting van Kasteel Voorst want dat was in 1362!

Van Pim heb ik nog een bronzen Romeinse wijnzeef gekocht die tijdens grondwerkzaamheden in Utrecht gevonden was. De dragline haalde deze zeef, samen met een aardewerken kruik, uit een oude bedding die 6-7 meter onder het maaiveld tevoorschijn kwam. De kruik en de zeef zijn te dateren in de 2e - 3e eeuw. De archeologische dienst van Utrecht hechtte geen waarde aan die locatie omdat het te ver uit het centrum zou liggen!
Na wat zoeken op internet vond Michel Hessing voor mij nog het volgende: de zgn. wijnzeef gebruikte men om de wijn te zeven voor het drinken. In het Oude Griekenland dronk men namelijk geen pure wijn zoals wij, maar voegde men kruiden of honing etc. toe als de wijn te zuur was geworden. Met een speciale scheplepel werd de wijn aan tafel uit een wijnemmer geschept, door de zeef gehaald om de ongerechtigheden er uit te halen en geserveerd in een kannetje of amfoortje. Het genoemde gerei was meestal van brons.
De zeef is een topstuk onder de zeven die tot nu toe bij opgravingen gevonden zijn. Het sierlijke lijnenspel is een lust voor het oog. De zeef is op een enkel ontbrekend stukje in de rand en bij de bodem na in perfecte staat. Door een lamp in de zeef te laten schijnen ziet u het lijnenspel beter. Ondanks dat een aantal gaatjes nog vol zitten (waarom zou je die schoon gaan maken) lijkt mij de foto aardig gelukt.


zeefzeefzeef

zeef zeef

Ittersum | april

Met Henri van Dijk nog wat waarnemingen gedaan bij het heien van palen voor huizenbouw in Zwolle-Zuid. We stonden er bij toen een funderingspaal na een paar heiklappen totaal in de ondergrond verdween. Overal liggen in Zuid lagen klei en zitten gaten die gevuld zijn met klei en veen. Dus zo vreemd is het niet dat een paal verdwijnt.

nieuwe marktNieuwe Markt | april

Opnieuw met Henri op pad geweest. Op de Nieuwe Markt, nu nr-27-28, werden de panden gesloopt en voor de fundering bleken veldkeien gebruikt te zijn! Veel klei en veenlagen. Deze lagen waren ook te zien op de sondeerrapporten die Herman Kamphuis en ik bekeken hebben bij Openbare Werken.
In de bouwput was weinig ruimte en tijd om onderzoek te doen want de draglinemachinist had de opdracht om snel te werken. Later werd er nog een riool aangelegd en ik constateerde dat voor het postkantoor er een oude fundering lag van waarschijnlijk een oude kade. Er is het verhaal dat iemand, toen er werkzaamheden waren bij het oude postkantoor, een gemetseld trapje heeft gezien dat naar een verstoring leidde dat waarschijnlijk een water was geweest. Op zich geen vreemde ontdekking want er moet vanaf de kant Gasthuisplein – Wolweverstraat heel vroeger water de stad ingestroomd hebben. Als dan opzij van het Oude Postkantoor, waar het Hof van Bethlehem was gevestigd, een aanlegkade zou hebben gezeten voor aanvoer van producten is het trapje ook weer verklaard.